|
kaas | |
|
|
Om 1 kg kaas te
maken hebt je ongeveer 10 liter melk nodig. Bij het kaasmaken komt het er dus vooral op
aan de vaste stoffen in de melk te binden en te scheiden van de vloeistof. Na het pasteuriseren gaat de terug
afgekoelde melk in de kaasbak.
daarna volgt het snijden, persen, pekelen en rijpen |
snijden
De dikke, gestremde melk wordt in stukjes gesneden met draaiende scherpe grote messen waardoor de vaste deeltjes (wrongel) zich van de vloeistof (wei) afscheiden. De wei wordt afgetapt. persen Hierna wordt de wrongel in kaasvormen geplaatst en wordt het kaasmerk aangebracht.
Nu volgt het persen waardoor de laatste wei wordt afgevoerd.
Vroeger gebeurde het persen op de boerderij met
behulp van gewichten.
Op de homepage van Het Zuivelmuseum kun je
een paar originele kaaspersen zien.pekelen Na het persen wordt de kaas in een zoutbad gedompeld : pekelen en gaat daarna naar het pakhuis waar een beschermend plastic laagje wordt aangebracht. Het laagje is zo poreus dat de kaas kan blijven ademen.
Het rijpen kan nu beginnen.rijpen De geperste kazen worden gestapeld in een temperatuur-gecontroleerde opslagruimte en regelmatig gekeerd.
Jonge kaas wordt verkocht als ze een 5-tal weken rijping,
Jong belegen kaas na een 8-tal weken,
belegen kaas na 16 weken,
extra belegen na 7 maanden
en oude kaas is pas na een gans jaar rijpen klaar.
Wat betekent 40+, 48+ ? Hoe ouder de kaas, des te droger de kaas wordt.
Om die reden is het niet mogelijk het vetgehalte uit te drukken in % van de samenstelling.
Het vetgehalte kan enkel uitgedrukt worden in % van de droge stof.jonge 48+kaas bestaat voor 42% uit vocht en voor 58% uit droge stof.
48+ betekent dat er 48% vet in de droge stof zit.
Op die manier bevat 100g 48+kaas 48% van 58g = ongeveer 28g vet
verder naar volgende pagina (over de yoghurt)